De Pixie-Bob is een Amerikaanse raskat met een exotisch en wild uiterlijk lijkend op de Red Coastal bobcat (Lynx).
Het verhaal van de Pixie-Bob begon in de jaren 80 aan de voet van het Cascade gebergte in Washington in de Verenigde Staten. Een kleine Coastal Red Bobcat werd vechtend met een kortstaartige meertenige boerderijkat gespot. De eigenaren van de boerderijkat redden hun poesje en twee maanden later werd er een nest kittens geboren. Een meertenig kitten katertje uit dit nest werd door Carol Ann Brewer gekocht, die onmiddellijk gecharmeerd was door zijn uiterlijk en het gedrag van dit kitten. Brewer ging op zoek naar nog meer bobtail katten waarvan werd beweerd dat ze het resultaat waren van paringen tussen huiskatten en bobcats. Brewer gebruikte de term 'legend cats' als handelsmerk om katachtigen te beschrijven waarvan zij dacht dat het een mix was van bobcats en huiskatten. Uit latere DNA-testen is echter niet gebleken dat deze katten echt bobcat-genen bezitten.
Uiteindelijk had ze 23 legend cats, die ze gebruikte als basis voor haar nieuwe ras. De allereerste poes die voortkwam uit deze paring, Pixie is de stammoeder en naamgever van het Pixie-Bob ras. In 1986 werd het ras officieel erkend in Amerika door stamboomvereniging TICA. In 2001 maakte de Pixie zijn intreden in Europa, maar is nog steeds zeer moeilijk te vinden.
Door selectief fokken zijn de karaktertrekken van een Bobcat naar voren gebracht. Je herkent een Pixie-Bob dan ook aan zijn zware botstructuur & wilde look. De vrouwtjes zijn over het algemeen kleiner dan de mannetjes. Mannetjes kunnen tot ongeveer 9 kg wegen, de vrouwtjes zijn ongeveer half zo zwaar. De Pixie groeit tot zijn derde levensjaar.
Ze zijn middelgroot van formaat, met een stevige bouw & dikke vacht.
De Pixie-Bob is één van de weinige rassen die polydactly is. Dat betekent dat ze meer tenen hebben dan normaal. Kittens kunnen geboren worden met extra teentjes (max. 7 aan iedere poot). Hierdoor kunnen ze beter balanceren, klimmen, jagen en hun prooi vangen.
Normale katten hebben 18 tenen: 5 tenen aan elke voorpoot en 4 aan elke achterpoot. Pixie's die deze extra teen(en) niet hebben worden straight feet genoemd. Langharige Pixie's hebben extra plukjes haar tussen de tenen. De voetzool en kussentjes zijn altijd volledig zwart.
Wat maakt de Pixie-bob zo speciaal? Het is de natuurlijke korte bobtail-staart, vergelijkbaar met die van de Lynx. De bobtail-staart is kort en flexibel, met toegestane kinken en knopen. Bij ons wordt de staart niet geknipt, want we koesteren en respecteren de natuurlijke kenmerken van deze bijzondere katten! In een nest worden steeds kittens met verschillende staartlengtes geboren.
Langharig (wat eigenlijk half lang is) of kortharig. De korte vacht is dik met een zachte aanraking. De lange vacht heeft een gemiddelde haarlengte met korter haar boven op de rug. Op de buik en staart is de vacht langer dan de rest van het lichaam. Langharen hebben bakkebaarden op het kopje net zoals de bobcat. Ze hebben vaak lyxn pluimpjes aan hun oren, net als de bobcat. De achterzijde van de oren heeft de markering van een vervagende duimafdruk.
KLEUR: Bruine tabby met warme roodbruine tinten. Met een witte of crème band rond het oog en (zwarte) mascara markeringen die zich uitstrekken van de buitenste ooghoek tot aan de wang. De vacht wordt altijd gedempt met ticking. De buik moet altijd vlekken vertonen.
De vacht kan de volgende patronen hebben:
- Classic: marmerachtige tekeningen die wervelend uitstrekt over hele kat
- Broken Mackarel: strepen in de vacht, vallen uiteen in stippen
- Spotted: gestipt, dit patroon lijkt het meest op dat van de bobcat
- Ticked Tabby: geen patroon (kleine tikjes)
De kop heeft een omgekeerde peervorm. Het voorhoofd is wat gerond. De neus is groot en de snuit breed, lang en met een zachte ruit-vorm. De wangen zijn goed ontwikkeld. Stevige kin, op één lijn met het uiteinde van de neus. De middelgrote oren zijn laag aangezet op het achterhoofd.
Middelgroot, enigszins ovaal met een driehoekige-vorm. Zware borstelige wenkbrauwen vormen één zijde van de driehoek; de bijna rechte lijn naar beneden aan de binnenkant van het oog (dichtbij de neusstop), is de tweede zijde van de driehoek en de onderste lijn van het oog, die omhoog naar het oor gaat, is de derde zijde van de driehoek. De ogen liggen wat diep en staan een oogbreedte van elkaar.
Oogkleuren: goud, bruin & kruisbessengroen 'goosberry green'. De oogkleur is in harmonie met de vacht
Copyright © Alle rechten voorbehouden
